Zomaar een mens

De parabel van de Barmhartige Samaritaan is te bekend om nog te schokken. Toch is het altijd interessant om zo’n tekst nog eens te lezen, rustig, zonder het verhaal in je hoofd verder te vertellen, en wellicht onder begeleiding van een andere lezer. Iedereen haalt immers iets anders uit een tekst. En dan blijken deze eeuwenoude woorden als nieuw bij je binnen te kunnen komen.

Een Barmhartige Samaritaan van Han Wezelaar

Zo beluisterde ik een podcast van de Vlaamse catechese-site Thomas, waarin emeritus-hoogleraar moraaltheologie Roger Burggraeve iets zei over de parabel naar aanleiding van zijn boekje ‘De baarmoederlijkheid van God’. [1] Dit refereert aan het gegeven dat de Samaritaan wordt bewogen in zijn onderbuik. Burggraeve: “In de tekst staat: “hij kreeg medelijden” In het Grieks is dat esplagchnistè. In het Nederlands: tot in mijn onderbuik aangedaan. Ethiek begint niet met principes of redeneringen: de mens wordt in de eerste plaats aangedaan. Ik heb lang gezocht naar een goede vertaling van het woord esplagchnistè. André Chouraqui, de Joodse Fransman vertaalde de bijbel vanuit het Hebreeuws en het Grieks. Het vertaalt esplagchnistè als ému aux entrailles. Entrailles betekent schoot. De mens is dus aangedaan tot in de schoot. In de voetnoot maakt hij een verwijzing naar de Rahamim van God. Dit is het joodse woord voor barmhartigheid. In het Hebreeuws betekent het letterlijk: baarmoeder. God is baarmoeder. Joodse commentatoren zijn niet bezig over God als almachtige maar als barmhartige.” [2] Hoewel in de meeste vertalingen staat dat hij medelijden voelde, is het onder theologen geen nieuws daar een echt lichamelijke reactie te veronderstellen.

Wel nieuw was voor mij de focus die de professor legde op ‘tis antropos’. De gewonde langs de kant van de weg wordt niet echt aangeduid, zoals de Samaritaan, de priester en de leviet, maar wordt geïntroduceerd als ‘tis antropos’. We zien de gewonde langs de kant van de weg al snel als een man, maar dat zegt Jezus helemaal niet. Hij zegt ‘tis antropos’, zomaar een mens. Burggraeve trekt daaruit de conclusie dat we moeten oppassen mensen te zien vanuit hoe we zelf zijn, want dan kunnen we wel eens een naaste over het hoofd zien. Dat is zonde, want dan kunnen we die niet helpen.

Ik hoorde echter iets geheel anders. In de parabel is er slechts één personage waarmee we ons kunnen verbinden. Niet de Samariataan, want we zijn we geen Samaritanen, niet de leviet, want dat zijn we ook niet, en niet de Joodse priester. Wij zijn wel ‘tis antropos’, zomaar een mens. Jezus wil dat we ons in het verhaal in de schoenen stellen van de gewonde mens langs de kant van de weg. Niet in die van de Samaritaan.

En hoewel ik de afgelopen tijd veelvuldig de parabel opnieuw heb gelezen en gefocust heb op de gewonde langs de kant van de weg, kwam het toch als nieuw binnen. Ik ken de parabel als een moralistische oproep om iedereen te helpen. De titel die wij het verhaal geven helpt ons om dit er ook altijd in te zien: de barmhartige Samaritaan. Dat wil jij toch zeker ook zijn?

Ooit heb ik een poging ondernomen om moraaltheologisch antwoord te geven op de vraag wie onze naaste eigenlijk is, in de hoop de categorie ‘naaste’ te kunnen beperken en daarmee de morele claim die het verhaal op ons legt. Dat mislukte jammerlijk. Dus blijft de boodschap overeind dat we als een Barmhartige Samaritaan iedereen moeten helpen.

Uit de sociale psychologie meende ik een Barmhartige Samaritaan-syndroom te kennen, maar ik vind het niet terug. Het zou slaan op iemand die koste wat kost wil helpen. Iedereen kan zich er wel een beeld bij vormen, behalve wellicht deze mensen zelf, in het enneagram type 2. Van die types die klaar staan om te helpen, zelfs als dat helemaal niet handig is.

De door Jezus zelf aangebrachte focus op de gewonde vraagt dus wel wat loskomen van het help-frame dat de parabel omringt. Laatst had ik een beetje een ruzie-achtig gesprek met mijn goede vriend H. over de vraag of je als je een probleem hebt, dat je eraan moet werken totdat het is opgelost, of dat je ook kunt zeggen: het lukt me niet. H. vond dat laatste wat gemakkelijk. Ik vond het eerste juist wat al te simpel. Er is een situatie die ik niet wil en dus moet er iets aan gedaan worden. Dat past natuurlijk ook wel in de maakbaarheidsgedachte die onze samenleving teistert. Alles moet zo zijn, als wij dat zelf willen. En dat moet ook mogelijk zijn. Dan krijg je dus mensen die hun vermeende rechten bij politici thuis en op hun werk komen opeisen, of terwijl ze een ander de we

Het lijkt me moeilijker, maar ook meer menselijk (aansluitend bij hoe een leven daadwerkelijk verloopt), om jezelf in de positie van de gewonde mens te zien, waarin je je eigen situatie niet kúnt oplossen en moet wachten op hulp. Daarbij heft een ander wellicht de handen naar de overheid of de samenleving, ik het liefst tot God. Ik ben gevallen, maar ik val in uw handen. Niet mijn wil, maar uw wil geschiede. Het is niet aan mij om de koers van mijn leven te bepalen.

De focus op ‘tis antropos’ , zomaar een mens, was niet de portee van Burggraeves lezing, die meer traditioneel ging over de morele opdracht van de Samaritaan in ons, maar soms hebben we niets te zeggen over wat een Bijbelverhaal ons vertellen wil. Daarmee is niet het laatste oordeel geveld over deze parabel, maar wel een woord gegeven voor deze tijd.

[1]

podcast: https://www.kuleuven.be/thomas/page/podcast-04-baarmoederlijkheid/  

boek: https://bernemedia.com/project/baarmoederlijkheid/

[2]

transcript: https://www.kuleuven.be/thomas/page/podcast-04-baarmoederlijkheid/

[3]

bijvoorbeeld: https://visie.eo.nl/artikel/2021/09/de-7-verrassingen-van-de-barmhartige-samaritaan

[x]

plaatje: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Barmhartige_Samaritaan_Han_Wezelaar.jpg

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: